Dit is het laatste deel uit een serie van 7 over de verschillende fases binnen O&O leren.

Naar deel 1: De Confrontatie

Wat houdt verdiepen en verbreden eigenlijk in? Dit zijn twee begrippen die niet voor iedereen gelijk duidelijk zijn in de context van onderzoekend en ontwerpend leren. Daarom eerst even een korte uitleg over inhoudelijk verdiepen en verbreden:

Verdiepen kan op twee manieren. Als eerste kan het zijn dat je op basis van het eerste onderzoek of ontwerp een nieuwe vraag of probleem hebt waar je mee verder kan. Dit hoeft niet per se uitgediept te worden met een hele nieuwe cyclus. Het kan ook bij een gesprek blijven.

Verdiepen kan ook betekenen dat je op zoek gaat naar nog meer achtergrondinformatie over het hoofdonderwerp. Je verbindt je opgedane kennis aan de theorie en verdiept je zo in het onderwerp.

Verbreden wil zeggen dat je gaat kijken naar de toepasbaarheid van het ontwerp of de onderzoeksresultaten. Wat weet je nu en wat zou er met die informatie gedaan kunnen worden in onze samenleving? Wat zou er ontwikkeld kunnen worden?

Je kunt bij verbreden vanuit een onderzoek in een ontwerp cyclus terecht komen en andersom. Bij een gemaakt ontwerp kun je nu onderzoeken hoe toepasbaar deze is. En bij onderzoeksresultaten kun je nu een product of idee ontwikkelen dat ontworpen kan worden.

Twee kleine voorbeelden hiervan: heb je onderzocht hoe je het beste meerdere lampjes op één batterij kunt aansluiten, dan kun je nu een kijkdoos ontwerpen waarbij je je kennis toepast. Of andersom: je hebt een spel ontworpen waarbij je de landen van Europa kunt leren, dan kun je nu onderzoeken met proefpersonen of je spel werkt.

Daarnaast is het zo dat je kunt verdiepen en verbreden op het niveau van het uitgevoerde proces. Je hebt het dan over evalueren en reflecteren op de vaardigheden die de kinderen hebben ingezet en op de samenwerking. Bespreken hoe het voor hun persoonlijk en in het groepjes ging is verdiepen. Bespreken wat ze hebben aan deze vaardigheden, waar ze die nog meer kunnen inzetten is verbreden.

Doelen tijdens het verdiepen en verbreden

Tijdens onderzoekend en ontwerpend leren zijn er naast een aantal overkoepelende doelen een aantal doelen die specifiek in een losse fase belangrijk zijn.

3 Doelen voor het verdiepen en verbreden:

1 Reflecteren op het onderzoeks- of ontwerpproces. Bespreek de rollen die de kinderen hebben genomen, hoe de samenwerkingen ging, welke initiatieven ze namen, hoe nauwkeurig ze gewerkt hebben, enz. Als je van te voren met de groep hebt afgesproken waar je op zou letten tijdens het proces, is het nog makkelijker om hier gericht een gesprek over te voeren. De kinderen weten immers wat je graag van ze wilde zien.

2 Vergelijken met al bestaande producten of onderzoeksresultaten. Waar wordt al gebruik gemaakt van technieken die de kinderen gebruikt hebben? Of op welke manier wordt de kennis die ze hebben opgedaan bij het onderzoek gebruikt in onze samenleving? Door dit met de kinderen te bespreken laat je zien dat het doen van onderzoek en het maken van een demo ontwerp aan de basis ligt van veel zaken in onze maatschappij. Het is een belangrijk proces.

3 Discussiëren over verbeteringen, veranderingen en vernieuwingen. Wees kritisch op je eigen resultaten, maar ook op die van anderen. Laat een gesprek ontstaan waarbij de hoofdvraag is wat er beter kan. Misschien is niet alles mogelijk in een klassensituatie, maar fantaseer met elkaar hoe ontwerpen verbeterd zouden kunnen worden als je een echt lasapparaat had bijvoorbeeld. Of hoe je bij een onderzoek tot betere resultaten kan komen als je de beschikking had over een echte MRI scanner! Nadenken en praten over stel je voor dat we… kan ook zorgen voor nieuwe inzichten.

Leerkrachthandelen: Waar let je op?

Voor deze specifieke fase zijn de volgende punten goed om op te letten:

Opbrengsten in andere contexten plaatsen. Als leerkracht is het soms makkelijker om te zien waar in onze samenleving al gebruik wordt gemaakt van bepaalde kennis. Zoek voor deze fase al een paar voorbeelden die de kinderen kunnen helpen om verder te denken over de toepasbaarheid van hun resultaten.

Voeg nieuwe en bestaande kennis samen. Welke informatie hebben de kinderen verzameld? Koppel de voorkennis aan het geleerde. Je vat als het waren samen wat de kinderen hebben geleerd. Gebruik zinnen als: We weten nu dat…. We hebben gezien dat… We hebben gecontroleerd dat… Op deze manier maak je overzichtelijk wat de opbrengst is.

Wijs de kinderen op welke vragen er nog zijn en welke problemen er nog liggen. Er zullen altijd gaten in de kennis blijven. En er zullen zich altijd nieuwe problemen aandienen om een oplossing voor te ontwerpen. Dit is heel normaal. Het is goed om als leerkracht deze vragen en problemen te herkennen en er aandacht aan te geven. Verzamel ze bijvoorbeeld op het bord. Je hoeft verder niet verder met deze verzameling. In de wetenschap wordt ook steeds weer duidelijk wat er nog te ontdekken valt. Het is mooi om aan de klas mee te geven dat dit erbij hoort.

Voorbeeld van deze fase lees je in het blog: Verdiepen en Verbreden, 4 mogelijkheden

Lees verder in deze serie: