Dit is deel 6 uit een serie van 7 over de verschillende fases binnen O&O leren.

Naar deel 1: De Confrontatie

De presentatiefase kun je zien als een ingekorte ontwerpcyclus. De presentatie moet immers nog worden gemaakt en dat vraagt om het bedenken van ideeën, het maken van keuzes voor vorm & inhoud en uiteindelijk de uitvoering. Ook kun je ervoor kiezen om de presentatie achteraf te evalueren.

Doelen voor het presenteren

Tijdens onderzoekend en ontwerpend leren zijn er naast een aantal overkoepelende doelen een aantal doelen die specifiek in een losse fase belangrijk zijn.

3 Doelen voor het presenteren:

1 Het inzichtelijk maken van het O&O proces en de conclusies.

Bij het presenteren draait het zeker niet alleen om de conclusies die in de vorige fase zijn getrokken. Het is voor een groot deel verslag doen van het proces. Je deelt met anderen wat je gedaan hebt. Wat wilde je weten? Hoe heb je het aangepakt? Wat ging er wel en niet goed? En natuurlijk deel je ook de conclusies.

Het presenteren is in feite het vertellen van een verhaal.

2 Uitleg geven, rekening houdend met de doelgroep.

Bij het vertellen van een verhaal is het belangrijk dat je rekening houdt met je doelgroep. Met wie deel je je verhaal? Het idee is dat je publiek geboeid wordt, dat je zorgt voor een logische opbouw. Hiervoor is het noodzakelijk dat je bedenkt wat het publiek al weet en hoeveel je moet uitleggen om te zorgen voor begrip. Ook is de spanningsboog een punt van aandacht.

Het is aan te raden om voor verschillende soorten doelgroepen te presenteren. Door de afwisseling ontwikkelen de kinderen zich verder. Daarnaast is het ook goed om de presentatievorm steeds te veranderen. Want door herhaling wordt het al snel een trucje.

3 Het ontwikkelen van presentatievaardigheden

Afhankelijk van de vorm waarin je de presentatie wilt gieten, ontwikkelen de kinderen verschillende vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Een posterpresentatie; Je ontwikkelt dan eerder gevoel voor compositie, overzicht en een verzorgde afwerking.
  • Een blog; Hierbij ontwikkel je de vaardigheid om schrijftaal in te zetten, een opbouw te maken waardoor mensen verder willen lezen, spelling, en plaatjes in te zetten ter verduidelijking.
  • Een presentatie voor de groep; Verstaanbaar praten, reageren op vragen; lichaamstaal; evt. te werken met een beeldpresentatie als ondersteuning.

Leerkrachthandelen: Waar let je op?

Voor deze specifieke fase zijn de volgende punten goed om op te letten:

Zorgen voor een duidelijke doelgroep is iets wat je als leerkracht kunt regelen. Je kunt afspraken maken met collega’s zodat jouw leerlingen langs kunnen komen. Of misschien regel je een bedrijfsuitje in de buurt, een toneelstuk op de weeksluiting, of is het mogelijk dat geïnteresseerde ouders langskomen voor een informatieochtend.

Je kunt natuurlijk ook samen met de kinderen bedenken voor wie jullie gaan presenteren. Ze hebben vast ook leuke ideeën. Zolang de doelgroep maar duidelijk is.

Stel criteria op waaraan de presentatie moet voldoen. Dit helpt de kinderen tijdens het proces. Denk aan onderdelen die je terug wilt zien of een eerlijke verdeling van het werk. Natuurlijk is het voldoende rekening houden met de doelgroep ook een criterium. Dit kun je weer opsplitsen in: rekening houden met de voorkennis van het publiek, de concentratie en het uitleg van begrippen.

Evalueer de presentaties. Bespreek met elkaar niet alleen de inhoud van de presentatie, maar besteed ook aandacht aan hoe de presentatie zelf ging. Was het verhaal duidelijk? Werd er goed rekening gehouden met de doelgroep? Is er goed samengewerkt? Door dit regelmatig met de leerlingen door te nemen, groeien de prestatievaardigheden.

 

 

Lees verder in deze serie: